Over de uitdagingen van plusouders en het systemisch krachtenveld in nieuw samengestelde gezinnen

In de sessiekamer zitten Thomas en Fien. Ze ogen moe en gestrest. Niet van elkaar – dat voel ik meteen – maar van de situatie. Thomas heeft een dochter van vijftien, Claire, uit een eerdere relatie. En Claire, die woont om de week bij haar vader. In de week dat ze er is, wil ze maar één ding: haar vader voor zich alleen. Geen nieuwe vriendin van papa, geen gedeelde aandacht, geen tweede gezin. Alleen zij en haar papa. Want dat was in het verleden lang niet vanzelfsprekend.

Claire verwijt haar vader dat hij haar moeder ‘in de steek heeft gelaten’. Dat hij, in haar woorden, “de makkelijkste weg koos”. Ze noemt hem laf, hardop en zonder filter – zoals pubers dat kunnen. Maar tegelijk is ze dol op hem. Ze delen een diepe liefde voor bluesmuziek en trekken geregeld samen de natuur in. Die momenten zijn heilig voor haar. Ze geven haar het gevoel dat ze er voor haar vader toe doet.

Maar nu is er Fien. De nieuwe vrouw in Thomas’ leven. Fien houdt van hem, oprecht. Ze vindt het logisch dat Claire moet wennen aan deze nieuwe realiteit. Ze probeert geduldig te zijn, mee te voelen, de ruimte te geven. Maar telkens als Thomas zich terugtrekt in het veilige hoekje met zijn dochter, voelt zij zich verweesd en aan de kant gezet. En dat raakt iets ouds: haar vader die tijdens haat kindertijd emotioneel afwezig was, precies op de momenten dat ze hem nodig had. Een vader die geen ruimte maakte voor haar verdriet, haar noden, haar verlangens.

En zo belanden ze hier, in een dynamiek die voor veel plusouders herkenbaar is: het gevoel buitengesloten te worden in een verhaal dat je niet mee geschreven hebt, maar waar je wel mee geconfronteerd wordt, iedere dag weer.

De onzichtbare wetten die alles bepalen

Wat Fien voelt – dat gemis, die frustratie, het verdriet – is heel menselijk. Maar het is méér dan psychologisch. Het resoneert op de systemische laag. Binnen het systemisch werk bestaan er een aantal ‘wetten’ of ordeningsprincipes die verklaren waarom dit soort lastige situaties zo vaak voorkomen in nieuw samengestelde gezinnen.

De eerste wet is die van de ordening. In elk familiesysteem is er een natuurlijke volgorde: wie er eerst was, komt eerst. Dat geldt ook in de liefde. De ex-partner van Thomas, hoe moeilijk dat huwelijk ook was, heeft systemisch een plek vóór Fien. En Claire, als kind uit die eerste relatie, heeft sowieso een ‘eerste recht’ op haar vader. Niet om hem exclusief op te eisen, maar omdat zij al deel was van zijn leven, lang voordat Fien in beeld kwam.

Dat betekent niet dat er geen plaats voor Fien is. Integendeel. Maar het betekent wél dat haar plek een andere is. En dus op de tweede rij.

Dat is moeilijk. Want als geliefde wil ze er vol bij horen, wil ze gezien en gekozen worden. Maar als je als plusouder probeert de plek van ‘eerste partner’ in te nemen, ontstaat er verzet, vooral bij kinderen, die  trouw aan de andere ouder, zullen voelen dat jij te veel naar voren stapt. Dat je hun systeem ‘verstoort’. En dan krijg je precies wat Claire doet: verzet, uitsluiting, afwijzing.

Iedereen heeft recht op zijn of haar plek

De tweede wet gaat over plek. In elk familiesysteem heeft iedereen die via een bloedband verbonden is een rechtmatige plek. Die plek is onvervangbaar, ongeacht wat er gebeurt. Ook al zijn ouders gescheiden, ook al is er pijn of conflict geweest, ze blijven tot hun laatste ademteug moeder en vader van het kind en daarmee met elkaar verbonden. Dat geldt ook voor de ex-partner van Thomas: ze blijft Claires moeder. Haar plek kan en mag niet worden uitgewist.

Fien komt als plusouder het systeem binnen, maar ze kan de plek van Claires moeder nooit innemen. Zelfs niet als ze zorgend, aanwezig en liefdevol is. En dat hoeft ook niet. Maar als Fien (onbewust) een positie inneemt die te dicht komt bij die van de moeder, dan gaat het kind in verzet. Want loyaliteit aan de moeder betekent dat Claire niet zomaar genegenheid kan voelen voor Fien zonder zich schuldig te voelen naar haar moeder.

Kinderen kunnen geen afscheid nemen van hun ouders ten gunste van een nieuwe partner. Hun hart is niet deelbaar op die manier. Elke poging om die plek te betwisten – hoe subtiel ook – activeert verzet en spanning. Wat kinderen nodig hebben, is dat hun ouders erkend worden. Niet omdat ze perfect zijn, maar omdat hun plek in het systeem onvervreemdbaar is.

De pijn van geven zonder te ontvangen

En dan is er nog de derde wet: balans in geven en nemen. Fien geeft veel: begrip, ruimte, liefde, tijd. Maar het voelt vaak als eenrichtingsverkeer, want Claire is nog lang niet zover om Fien in haar hart te sluiten. Ze krijgt vooralsnog weinig terug. Claire keurt haar af, en Thomas lijkt haar niet te verdedigen, uit angst om de relatie met zijn dochter onder druk te zetten. Dat voelt oneerlijk voor Fien. En dat ís het ook op een bepaalde manier – maar het is ook onvermijdelijk.

Als plusouder stap je in een systeem waar jij geen oorsprong in hebt. Je bent – hoe pijnlijk ook – de indringer in een bestaand verhaal. Je geeft, maar je kunt niet verwachten dat je evenveel terugkrijgt als een biologische ouder. En dat vraagt enorm veel innerlijke volwassenheid. Niet vanuit slachtofferschap (dramdriehoek!), maar vanuit besef: ik kies dit, ik ga dit aan, ik geef zonder garantie.

En Thomas?

Hij zit klem. Tussen zijn dochter, die hij wil beschermen, en zijn nieuwe liefde, die hij niet wil verliezen. Hij denkt: als ik maar hard genoeg m’n best doe, komt het wel goed. Maar goed doen voor beiden is soms onmogelijk. Hij zal keuzes moeten maken, het zwaard moeten hanteren. Niet om te kiezen tussen Fien of Claire, maar om zijn eigen plek als man en vader in te nemen en van daaruit helder en oprecht te communiceren. Dat vraagt lef, bedding en gronding.

Het vraagt dat hij stopt met pleasen, met sussen, met vermijden. Dat hij zijn dochter erkent in haar verdriet, zonder haar de macht te geven over zijn leven. Dat hij zijn nieuwe partner duidelijk laat voelen: jij bent belangrijk, ook als het lastig wordt, als ik kies om mijn dochter nu voorrang te geven. Alleen dan ontstaat er helderheid in het systeem, rust in de ordening en ruimte voor verbinding.

De plek nemen die klopt

Voor Fien is dit een proces van aanvaarden. Niet van zich wegcijferen, maar van zichzelf herinneren: ik hoef niet te vechten voor een plek die systemisch niet van mij is. Mijn plek is die van de tweede vrouw, en die is niet minderwaardig; ze is anders. Ze vraagt andere dingen: wachten, verdragen, vertrouwen. Maar ze is ook rijk aan kansen om te groeien in eigenwaarde, autonomie en innerlijke kracht.

Voor Claire is het een zoektocht naar loyaliteit zonder destructie. Hoe kan ik trouw zijn aan mijn moeder, zonder de nieuwe vriendin van mijn vader af te wijzen? Hoe kan ik mijn verdriet én mijn liefde voor papa tegelijk voelen? Hoe kan ik op zijn minst neutraal kijken naar de vrouw waar papa zo veel van houdt? Dat zijn grote vragen voor een meisje van vijftien. Maar ze hoeven niet nu beantwoord te worden. Ze mag stap voor stap groeien. In haar eigen tempo.

Nieuw samengestelde gezinnen zijn systemische krachtvelden. Er spelen oude pijnen, onuitgesproken loyaliteiten en verborgen strijd om erkenning. En precies dáárom is het zo belangrijk om deze dynamieken te leren zien – met mildheid, met inzicht, en met respect voor de wetten van het systeem.

Want pas als iedereen zijn juiste plek krijgt, ontstaat er rust. En pas als er rust is, kan er liefde stromen.

Wil je samen met je partner of als plusouder meer zicht krijgen op jullie dynamieken? In onze trainingen en therapieën leer je systemisch kijken naar relaties – helder, menselijk en zonder oordeel. Je bent welkom.